Leeuwarder Courant 24 oktober 2015 pag. 34
Nogal wat Friese kunstschilders begonnen hun carrière als huisschilder. Ze waren het heel even of bleven het hun hele leven erbij doen. Een rondgang langs ververs met grote dromen.
Toen er een nieuw toilet in zijn atelier aan de Turfmarkt in Leeuwarden moest komen, wist kunstschilder Dirk Beintema (67) het goed gemaakt met zijn huisbaas: "Ik schilder de pui voor je." Dat vond zijn verhuurder een prima deal. De kozijnen blinken inmiddels. Ze kunnen er weer een paar jaar tegen. En Beintema? Die is tevreden. De verfklus zit erop. Hij kan zich weer aan het echte werk wijden: aan de schilderkunst. Zijn leven lang verkeerde Beintema in twee werelden: overdag in die van de werkende mens (hij was achtereenvolgens huisschilder, politieman, bode, en uiteindelijk juridisch beleidsmedewerker bij de provincie) en 's avonds en in het weekeinde in die van de scheppend kunstenaar. "Het hield elkaar in balans", zegt hij nu. "Als ik op mijn veertigste met werken was gestopt, had ik mezelf he-le-maal gek geschilderd."
In 1961 trad Beintema, een jochie nog, toe tot de Ambachtsschool aan de Menno van Coehoornstraat in Leeuwarden en hij viel daar meteen op. Hij moest een houten vis maken en beschilderde die bijzonder uitbundig met geometrische figuren. Zijn leraar zei: "Jongen, jij moet maar schilder worden." Zo geschiedde. Dirk werd knecht bij een schildersbaas.Hij schilderde de onderkantvan de Vrouwpoortsbrug, grotehuizen aan de Harlingerstraatweg, fabrieksplafonds en voordeuren. Maar de drive om vrij werk te maken was groot. In de avonduren kopieerde hij werk van de oude meesters en leidde hij zichzelf kunstzinnig op.
"Als je een aantal jaar huisschilder bent geweest, heeft verf geen geheimen meer voor je", zegt Beintema. Hij beheerst marmertechnieken, kan craquelé maken en vervaardigt zijn eigen lijsten. Hij zaagt en schuurt paneeltjes, grondt ze en begint. "Mijn handen weten precies wat er gebeuren moet."
Een bezoek in de jaren zeventig aan een Matisse-tentoonstelling in Düsseldorf was een openbaring. "Ik was er helemaal high van en wilde eigenlijk alleen maar op de grond liggen in die museumzaal. Matisse heeft mij uiteindelijk op het spoor gezet van vorm, dramatiek en kleur." Beintema, inmiddels gepensioneerd, wijdt zich nu volledig aan zijn expressionistische schilderkunst.
Wie begin of halverwege de vorige eeuw goed kon tekenen (en wellicht iets minder goed kon rekenen) op de lagere school, werd door de hoofdmeester verwezen naar de ambachtsschool, waar leerlingen zich bekwaamden in hout- of metaalbewerking, of in het schildersvak. Gerrit Benner genoot zo'n opleiding als huisschilder aan de Ambachtsschool in Leeuwarden en werkte korte tijd als schildersknecht. Ook Sjoerd de Vries doorliep de Ambachtsschool, waar hij de vakdiploma's voor machinebankwerker en huisschilder haalde, om vervolgens naar kunstacademie Minerva in Groningen te vertrekken.
Wie naar huisschilders in de schilderkunst zoekt, stuit als vanzelf op de discussie over de Friese autodidact: het omstreden idee dat er 'typisch Friese' natuurtalenten in het Noorden zijn, die zich op eigen kracht tot kunstenaar hebben verheven en in zekere zin 'puur' werk maken. Volgens kunstkenner Huub Mous, die er in de jaren negentig hele polemieken over voerde met onder anderen Thorn Mercuur, is dat een volslagen mythe. "Het is een uiterst productief maar ook volstrekt commercieel verhaal." Een constructie, een droombeeld.
In Friesland heerste niet bepaald een artistiek klimaat, er moest eerst maar eens een vak geleerd worden. Brood op de plank. Bovendien was er geen kunstopleiding in de buurt. De ambachtsschool was een alternatief voor jonge mensen met kunstzinnig talent. Je kreeg er een stevige, degelijke vakopleiding, en kon er ook een diploma tot etaleur halen, toch een behoorlijk kunstzinnig vak. Mous: "Auk de Vries doorliep die school, Ids Willemsma ook." Bij een schilder als Harmen Abma, die zijn loopbaan in navolging van zijn vader ook als huisschilder begon, zie je de op jonge leeftijd geleerde ambachtelijkheid in vrijwel al zijn werk terug, aldus Mous.
Publicist Peter Karstkarel heeft twee werken van Abma thuis aan de muur hangen. "Abma werkte vanuit zijn roots als verver'', vindt Karstkarel. Het mengen van verf, het zoeken naar de juiste kleur en de overgangen tussen kleuren - hij ziet in al het werk van Ab ma de hand van een vakbekwame huisschilder terug. Autodidacten wil Karstkarel de ververs die het tot kunstschilder schopten beslist niet noemen. "Dat zijn ze niet. Ze hebben op school leren mengen, leren opzetten. Ze beheersen de techniek."
Altijd, ook wanneer hij als schildersknecht hoog op een steiger bezig was, was er bij Beintema de droom om vrij werk te maken. "Het is iets dat móét, iets dat zich een weg naar buiten zoekt. Als je dan gaat exposeren, sta je ineens met je blote kont in de etalage en word je kritisch bekeken. Dat is even slikken. Maar je moet door. Het is je ziel. je kunt er niets voor in de plaats stellen."