Levensverhaal in een notendop
Dirk Beintema zag als 7 jarig kind zijn vader soms mooie tekeningen maken. Moeder had bijzondere belangstelling voor kunst en cultuur, was in die tijd lid van Openbaar Kunstbezit, en nam hem als 8 jarig kind mee naar een tentoonstelling van Jan Stroosma in het Pier Pandermuseum in de Prinsentuin te Leeuwarden. De mooie friese landschappen in zwart wit staan hem nog helder voor de geest. Moeder was trots dat ze kon zeggen dat Jan Stroosma een ex-klasgenootje van haar was en dat hij een echte kunstenaar was geworden. Mogelijk is hierdoor mede zijn belangstelling voor beeldende kunst gewekt. Beintema maakte op 13 jarige leeftijd zijn eerste olieverfje naar een prent van Willem Roelofs.´De Brug te Doesburg´
In de ban van muziek, bouwde hij zelf zijn eerste elektrische gitaar. En geboeid door Cliff Richard en The Shadows, leerde hij zichzelf hun mooie nummers na te spelen. Dirk Beintema speelde later in de jaren 60 als sologitarist in verschillende bands, met als muzikaal hoogtepunt The Fabulous Beats, in die tijd Frieslands meest populaire beatgroep. De band speelde in het gehele land regelmatig voor uitverkochte zalen. Al gauw stonden voor de keuze, of professioneel de onzekere muziekbusiness in of enkele goede banen opgeven. Tot hij stopte eind 1968 met deze muziek en besloot zich meer serieus toe te leggen op de schilderkunst. Had de schildersopleiding aan de Ambachtsschool te Leeuwarden gevolgd en werkte als etaleur en vervolgens als huisschilder. Was geboeid door de klassieke schilderkunst en kopieerde met veel succes aanvankelijk enkele oude meesters.
In de jaren 70 begon Dirk Beintema zich toe te leggen op het maken van portretten. Het portret in olieverf van dochter Barbara uit 1976, is hiervan een goed voorbeeld. Kreeg in die tijd veelvuldig portretopdrachten, waaronder een opdracht van de gemeente Noordoostpolder, een staatsieportret van Koningin Juliana in 1978. Het portret kwam in de raadszaal te hangen en is tot de dag van vandaag in het bezit van de gemeente Noordoostpolder.
Het bezoek aan een overzichtstentoonstelling van Henri Matisse in Dusseldorf 1983 werd voor hem een openbaring. De confrontatie met deze schilder bracht hem aanvankelijk in grote verwarring, maar toen het stof na verloop van tijd was neergedaald, kreeg hij ‘ruimte' om kleur en vorm vrijer te gaan gebruiken. Matisse leerde hem o.a. het volgende te zien.´
"De enige beperking die de schilderkunst heeft, is de beperking die de schilder zichzelf oplegt"
Het expressionisme raakte hem diep. Zowel het Franse, Duitse en natuurlijk het Friese expressionisme behoren tot zijn schilderkunstige home, waarmee hij zich zo sterk verwant voelt. Ook sommige schilders (van het eerste uur) zoals van kunstenaarsvereniging De Ploeg kunnen hem inspireren. Zijn thema en belangrijkste inspiratiebron is het landschap. Met name het noordelijke Friese landschap kan hem in vervoering brengen en aanzetten tot schilderen. Schildert graag wijdse landschappen met koren - of koolzaadvelden, of kleine dorpen. Ook het zuidelijke landschap, bijvoorbeeld de Midi in Zuid-Frankrijk, kan hem ontzettend boeien.
Canal du Midi in Capestang (2008)
olieverf op paneel
Afm. 45 x 55 cm
(verkocht)
Raakte geboeid door de friese landschappen, ontdekte andere (dan de klassieke) kleuren, en belandde via een wat afgeleide Haagse School stijl, in een meer impressionistische stijl. Is als natuurmens, o.a. vlinderverzamelaar, altijd al geboeid door dorpsgezichten, landschappen zoals de De deelen, De Rottige Meente, het friese landschap bij Earnewald, en maakte in jaren 80 een kleine serie rietlandschappen. Het werk van De Deelen getiteld ‘Riet III' uit 1984 is daarvan een voorbeeld. In 1990 is dit werk bij Galerie Goutum geëxposeerd.
In de loop der jaren heeft Dirk Beintema zich meer en meer toegelegd en gespecialiseerd in Friese expressionistische landschappen. In de stijl van het expressionisme is niet zozeer de zintuiglijk waarneembare werkelijkheid van belang, maar de innerlijke expressie van de kunstenaar. De kunstenaar drukt gevoelens en ervaringen uit. In expressionistische kunstwerken vervaagt de band met de werkelijkheid zodanig dat nieuwe vormen, die spontaan tijdens het maken van het kunstwerk ontstaan, een kans krijgen. Er geldt slechts één wet: dat er geen wetten zijn, en dat die dus ook niet aan een kunstenaar kunnen worden opgelegd.